CombiVliet heeft op de teeltlocaties in Westland, Middenmeer en Rilland een AED ter beschikking. De AED’s (Automatische Externe Defibrillator) zijn aangemeld bij www.hartveiligwonen.nl. Op deze website staan de locaties van de beschikbare AED’s en de vrijwilligers die ermee om kunnen gaan.
CombiVliet heeft op de teeltlocaties in Westland, Middenmeer en Rilland een AED ter beschikking. De AED’s (Automatische Externe Defibrillator) zijn aangemeld bij www.hartveiligwonen.nl. Op deze website staan de locaties van de beschikbare AED’s en de vrijwilligers die ermee om kunnen gaan. “Dit betekent dat de AED ook ter beschikking wordt gesteld aan de omgeving, als dit nodig is. Mocht iemand in de problemen komen waarbij een AED nodig is, dan stellen wij onze AED ter beschikking. Als we hiermee een mensenleven kunnen redden, dan doen we dit graag!”, vertelt Edwin de la Combé (operationeel directeur), “Op deze website staan oa. de locaties, tijden dat het apparaat beschikbaar is en verdere benodigde informatie.”
Een AED is een draagbaar apparaat dat helpt bij het reanimeren van iemand met een hartstilstand. De AED vertelt de hulpverlener wat hij moet doen. Indien nodig, geeft het een elektrische schok. Op steeds meer plekken hangen AED’s: in winkelcentra, op sportscholen en bij bedrijven. Ze zijn herkenbaar aan het groen-witte logo.
Volgens de wet mag iedereen een AED gebruiken. Maar een reanimatiecursus verhoogt de kans op succes aanzienlijk. Dat heeft vooral te maken met de snelheid van handelen. De eerste 6 minuten zijn van levensbelang. Als iemand ter plekke instructies moet lezen en begrijpen, gaan veel kostbare minuten verloren. Daarom is het belangrijk als je om kunt gaan met een AED, dat je je ook als vrijwilliger aanmelden bij deze website.
“We hebben in drukke tijden veel mensen aan het werk. Daarom hebben we besloten deze apparaten aan te schaffen, want onze teeltlocaties liggen niet in de buurt van openbare AED’s die we bij een calamiteit zouden kunnen gebruiken. We hopen echter dat onze AED’s nog lang ongebruikt zullen blijven en niemand deze nodig heeft.”, sluit Edwin de la Combé af.